Een branddeur is een deur die een bepaalde weerstand heeft tegen de inwerking van vuur en daardoor instaat is, een bepaalde tijd,
Het doorslaan van de brand tegen te gaan, tpv de opening waar de deur is aangebracht.
Branddeuren zijn belangrijke elementen in de brandcompartimentering van een gebouw.
De bedoeling is om een deel van het gebouw op een brandveilige manier een bepaalde tijd af te sluiten zodat veilige vluchtwegen ontstaan.
Overigens wordt gewerkt aan Europese regelgeving waarbij de brandwerende kwaliteit in classificaties wordt weergegeven, bijvoorbeeld EI30 of EI60. Voor het verkrijgen van een keuringsattest wordt een soortgelijke deur met kozijn destructief beproefd volgens een Europese methode (EN 1634-1), dit op werkelijke grootte waarbij niet alleen de thermische isolatie van de deur maar ook de vlamdichtheid wordt nagetrokken op de afdichtingen van het deurkozijn en de hulpstukken van de deur zoals scharnieren en sloten. Een deur verkrijgt zo een attest met een Rf voor het deurgeheel voor 30, 60 of meer minuten. Men spreekt in Nederland dat een deur een Weerstand tegen BrandDoorslag (WBD) of brandwerendheid heeft van 30 of 60 minuten. In het Bouwbesluit is vastgelegd aan welke eisen branddeuren moeten voldoen en hoe deze getest moeten worden.
Er zijn maar enkele laboratoria in België en Nederland waar zo'n proef kan worden uitgevoerd, in België bijvoorbeeld de universiteiten van Gent en Luik, in Nederland bij Efectis (het voormalige TNO CvB) in Delft en Peutz in Roermond. Ook de plaatsing van de deur is aan bijzondere reglementering onderworpen.